Ventilatie

Belangrijk voor een gelijkmatig kasklimaat.
Ventilatie middels luchtramen, vanwege afschot in kas en lange raamketens hebben de luchtramen de neiging naar een kant te gaan liggen waardoor de opdrukkers in de klembeugel ook naar een kant hangen en de trekduwbuis wil roteren. Een stabiliteitsblok toepassen.

  • Spant-railluchting
    De luchtramen bevinden zich boven de spanten. Een bewegende trek-duwbuis die via opdrukstangen is verbonden met de luchtramen. De trekduwbuizen liggen in een railmechaniek dat op de tralieligger zit en is verbonden met een heugel. Deze heugel wordt door tandwiel verplaats (aangedreven met een stang aan motor).
    Deze staan om en om.
  • Kopgevelbeluchting
    Er is hier geen tralieligger dus wordt er onder de goten een zwevende c-ligger gemonteerd die de opdrukker ondersteund. Ander type opdrukker, ook aan nok vast anders drukt ie zichzelf weg naar onder.
  • Dubbel doorlopende luchting
    Twee trek-duwbuizen boven elkaar op het spant gemonteerd. De buizen bedienen elk één van de tegenover geplaatste luchtramen.
  • Schommelluchting
    Hierbij zitten de luchtramen midden in een vak. Onder luchtraam een ligger waar heul opzit (in het midden, met tandwiel). Deze opent raam middels nokopdrukker en raamopdrukkers aan een schommelbuis
  • Cabrioletluchting
    De twee dekhelften kunnen onafhankelijk van elkaar worden geopend en sluiten tegen elkaar in de nok (de twee eindprofielen vormen samen de nok). Het scharnierpunt ligt dus bij de goot. De aandrijving is als de dubbel doorlopende beluchting.

Op het moment worden er meest tweeruits halve en drieruits halve luchtramen toegepast, die per vak om- en om aaneengeschakeld worden aangelegd.
Aandachtspunten;

  • In de randen van het kasdek is er meer zuiging, daarom aangepaste luchtramen; extra opdrukker of kleinere ruiten
  • Als kopluchting excentrisch is dan zijn speciale voorzieningen aan het mechaniek en de kopgevelconstructie nodig
  • Luchtramen van gehard glas kunnen zonder randprofiel worden uitgevoerd. De opdrukkers zitten dan direct op het glas.

Om vorstschade aan het luchtraam te voorkomen kan je in de onderdorpel (kalf) ter hoogte van de opdrukkers gaten boren om het condenswater uit de onderdorpel af te voeren.