Passief Bouwen
Passief bouwen in de ruime definitie is een gebouw maken met een zeer laag energieverbruik waar een aangenaam binnenklimaat wordt gerealiseerd met een minimum aan installaties.
In de praktijk betekent dit een zeer goede thermische isolatie en zeer goede lucht-kierdichting van het gebouw, terwijl men verzekerd is van een goed binnenklimaat door gebalanceerde ventilatie met hoge mate van warmteterugwinning.
Passief bouwen beperkt zich in de huidige bouwpraktijk nog voornamelijk tot woningbouw.
Daarbij worden concreet de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Compacte vorm (verkleinen oppervlak thermische schil)
Hoe kleiner het buitenoppervlak, hoe minder warmte er verloren kan gaan. De ideale vorm zou een bol zijn maar dat is niet zo praktisch voor een woning. Kubusvormige woningen, bijvoorbeeld deels onder de grond. - Goede thermische isolatie (Rc > 7 W/m2•K)
- Passief gebruik van zonne-energie door zuid oriëntatie met zonweringvoorzieningen.
- Energie-efficiënte raambeglazing en kozijnen (U < 0,80 W/m2•K en ZTA van circa 50 procent)
Passieve huizen zijn over het algemeen voorzien van drievoudige beglazing met goede kierdichting van ramen en deuren. Ideaal zou zijn om bij de voordeur een tochtsluis te maken, hoe beter het huis geïsoleerd is, hoe belangrijker het is om die warmte niet te verliezen. - Gebouwschil luchtdichtheid (< 0,6 • woninginhoud per uur bij ΔP = 50 Pa)
- Hoog rendement warmteterugwinning uit afvoerlucht met luchtlucht warmtewisselaar (η > 80%)
De eisen voor passief bouwen zijn niet te realiseren zonder warmteterugwinning uit de ventilatielucht. - Passieve verwarming en koeling van verse lucht (optioneel via bijv.ondergrondse kanalen)
- Warmwatervoorziening met duurzame energiebronnen als zonnecollectoren of warmtepompen.
- Energie besparende (huishoudelijke) apparatuur.