Gasturbine
Een apparaat waarin een aantal energieomzettingen plaatsvinden.
Bestaat uit compressor (comprimeert aangezogen lucht), verbrandingskamer en turbine.
Chemische energie (brandstof) wordt in de verbrandingskamer omgezet in potentiele energie (temperatuur en druk) en vervolgens in de straalbuis (met schoepen) in kinetische energie (mechanische energie). Deze energie zet de rotor aan het draaien, 60% hiervan wordt gebruikt om de compressor aan te drijven, 40% voor arbeid. Deze arbeid drijft bv een generator (elektriciteit) of pomp aan. De thermische energie die (na expansie in turbine) nog in de rookgassen zit kan gebruikt worden voor het opwekken van stoom. Dit kan gebruikt worden voor warmte; WKK.
Als er met deze stoom weer een stoomturbine met generator wordt aangedreven spreken we van STEG, stoom en gas (elektriciteitscentrale).
Een turbine zet de stromingsenergie van een gas of vloeistof om in mechanische energie dmv een roterend schoepensysteem. Een wind- of watermolen is een turbine. In de moderne turbines zit de behuizing rond de rotor.
Een turbine is het tegenovergestelde van een compressor, dit is een apparaat dat gas (vaak lucht) kan samenpersen en onder hoge druk beschikbaar stelt.
Gasturbine (vorm van WKK)