5. Energiezuinigheid en Milieu

Eisen Bouwbesluit

Energiezuinigheid (5.1)

EPC
De energieprestatiecoëfficiënt dient te worden bepaald volgens de nieuwe bepalingsnorm NEN 7120 (eisen zelf zijn niet aangescherpt).
Woonfunctie                 0,6
Bijeenkomstfunctie      2
Industriefunctie          geen eis
Kantoorfunctie            1,1
Onderwijsfunctie        1,3
Winkelfunctie              2,6

Thermische isolatie
De minimale Rc-waarde van uitwendige scheidingsconstructies bij nieuwbouw wordt 3,5 m2K/W (i.p.v. 2,5). In het veegbesluit wordt de Rc-waarde van woningen en woongebouwen verhoogd naar 5,0 m2K/W.
De U-waarde van kozijnen, ramen en deuren wordt aangepast naar ten hoogste 2,2 W/m2K (i.p.v. 4,2)
Max 2 % van de GO van de scheidingsconstructie van de gebruiksfunctie hoeft hier niet aan te voldoen.

De luchtvolumestroom (volgens NEN 2686) van een gebruiksfunctie (totaal aan VG, toilet- en badruimten < 0,2 m3/s.

Bij verbouw is de Rc-waarde van uitwendige scheidingsconstructies 1,3 m2K/W en zijn er geen eisen voor kozijnen, ramen en deuren.
Bij tijdelijke bouw Rc = 1,3 m2K/W en de U-waarde = 4,2 W/m2K.

 

Milieurapportage (5.2)
Bij de aanvraag om bouwvergunning dient een milieurapportage te worden ingediend.
Deze milieurapportage is benodigd voor woon- en kantoorfuncties (kantoor > 100 m2 GO).
Dit wordt gedaan middels de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken (zie art. 3.1 regeling bouwbesluit) als aanvulling op de NEN 8006:2007.
Met deze methode kan voor de constructieonderdelen van een gebouw eenduidig de uitstoot van broeikasgassen en de uitputting van broeikasgassen worden vastgelegd.

Er is nog geen grenswaarde bepaald, dwz dat een milieurapportage verplicht is en de milieubelasting moet worden bepaald maar een omgevingsvergunning kan niet worden geweigerd als de milieubelasting hoog is, de eis is alleen dat de milieubelasting moet worden bepaald..